Over ons

Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland is in 2012 opgericht door Ries Kock. Als betrokken Achterhoeker zag hij met lede ogen aan hoe het buitengebied achteruitging. Veroorzaakt door intensivering van de veeteelt en de bouw van steeds grotere mega-stallen. Hij kwam daartegen in actie, maar ontdekte al snel dat je als individu weinig invloed kon uitoefenen. Daarom zette hij een stichting op met als doel de leefbaarheid van het buitengebied tegen deze aantasting te beschermen. Zo’n stichting wordt erkend als belanghebbende en kan juridische stappen ondernemen tegen voortgaande verslechtering van de leefomgeving.

Ries Kock heeft meerdere (juridische) zaken tot een goed einde gebracht maar is helaas veel te vroeg (2017) overleden; wij zetten zijn werk voort.

“Dag bloemen, dag vogels, dag vissen …… dag mensen?”

Hoewel grote delen van de agro-sector moeite heeft om dit te erkennen, is de intensieve veeteelt de voornaamste oorzaak voor de verslechtering van natuur en leefomgeving in het buitengebied. Uitstoot van stikstof verschraalt de natuur en biodiversiteit, CO2 methaan en lachgas versterken de klimaatopwarming. Bestrijdingsmiddelen zijn een gevaar voor de gezondheid, wat ook geldt voor het ophokken van grote aantallen dieren. Het uitrijden van mest belast het grondwater en de drinkwatervoorziening. En de aangroeiende monoculturen van mais en raaigras gaan ten koste van het prachtige coulisselandschap. Om over stank en dierenleed (w.o. stalbranden) nog maar te zwijgen.

Voorts blijkt de huidige landbouw allesbehalve duurzaam. Door de eenzijdige nadruk op opbrengst per hectare landbouwgrond, wordt genegeerd dat daarvoor steeds meer ‘input’ (energie, grondstoffen, diensten) van elders nodig is (bv. soja met kap tropisch regenwoud). Reken je die grond mee dan steeg de opbrengst per hectare vanaf 1950 met 17%, maar de input met 700%. (Zie Meino Smit)

Begin 2024 benadrukt de Ecologische Autoriteit dat de natuur in de volle breedte – niet alleen de Natura 2000 gebieden – nog steeds achteruitgaat. En de technische innovaties die de NH3-uitstoot van de veehouderij moeten verminderen, blijken goeddeels niet te werken. Inmiddels is dit bevestigd door uitspraken van de Raad van State. Fabrikanten van NH3-reducerende stalsystemen lijken net zo gewiekst als Volkswagen met z’n dieselgate. Je vraagt je af waarom benadeelde boeren hun forse investeringen niet terugeisen bij de fabrikanten en/of vergunningverleners die de stallen als eis stelden.

Bij de beesten af

In ons kleine landje hokken we samen met 3,8 mln. runderen, 10,9 mln. varkens, 93,5 mln. kippen en bijna 650.000 geiten (voorlopige cijfers CBS voor 2023). Het aandeel van De Achterhoek is ca. 6% met naar verhouding wat meer melkvee en varkens, maar minder kippen.

Ca. driekwart van de Nederlandse productie van de agro-sector wordt geëxporteerd, het bijbehorende mestoverschot blijft in ons land achter. We vinden dan ook dat de veehouderij in ons dicht bevolkte landje te ver is doorgegroeid ten koste van mens en milieu: de veestapel zal fors moeten inkrimpen.

Daar is ook alle perspectief voor: extensivering van veeteelt, natuur-inclusieve en grondgebonden landbouw, zonder dure kunstmest en krachtvoer. Dat dit lonend kan zijn, bewijzen de inkomsten van biologische boeren. Die zijn beter dan van traditionele boeren, die moeten opboksen tegen steeds grotere megastallen (piekbelasters) die met lage marges op de wereldmarkt concurreren.

Verkleining van de veestapel hoeft voor de traditionele boer minder een probleem te zijn als deze bereid is tot omschakeling naar extensivering. Of, indien dat niet meer gaat of financieel onhaalbaar is, kan deze zich inmiddels laten uitkopen door de overheid.

De grootste tegenstand tegen verkleining van de veestapel zit dan ook bij ‘big-agro’, die belang heeft bij een zo groot mogelijke veestapel. Denk aan leveranciers van kunstmest, krachtvoer, afnemers zoals zuivelindustrie, slachterijen en financierende banken. Zij vervulden dan ook een belangrijke aanjaagfunctie bij de boerenprotesten. En niet zelden leidde dat weer tot onderlinge intimidatie bij boeren. Onderwijl konden de goed boerende exploitanten van megastallen toekijken hoe de traditionele boeren met het imago van het romantische boerenbestaan de publieke opinie bespeelde. Maar zoveel romantiek en dierenliefde kleeft er niet aan megastallen.

Hardnekkige obesitas van de veestapel

De PAS-uitspraak van de Raad van State in 2019 deed het beleid inzake stikstof kantelen. Jaren van ontkennen, ontwijken, wegmoffelen en zoeken naar geitenpaadjes door het ministerie kwamen ten einde. De koers werd verlegd met heftige boerenprotesten tot gevolg. Maar inmiddels is ook de rol van big-agro bij dit protest door de media blootgelegd. En het schandaal over onterecht geclaimde hectares om Europese subsidie te krijgen (met medeweten van het ministerie) komt het romantische beeld van de sector ook niet ten goede, evenmin als de diverse vormen van mestfraude.

Intussen lijken steeds meer boeren de problemen te onderkennen en van goede wil om hun werkwijze aan te passen. Het is ook onjuist om de boeren te verwijten dat het zover is gekomen, want de overheid zelf was een grote aanjager. Het gaat erom te erkennen dat het zo niet langer kan en de koers verlegd moet worden.

Voor de boerenprotestpartij BBB zal nu ook wel duidelijk zijn dat algehele onvrede over de overheid meer bepalend is geweest voor de record stemmenwinst, dan het vermeende onrecht wat de boeren wordt aangedaan. Niettemin is nu (februari 2024) onzeker wat de nieuwe politieke verhoudingen in petto hebben.

Maar wat ook opvalt, is dat in de afgelopen jaren nog weinig terecht is gekomen van reductie van de veestapel.

Per gemeente in de Achterhoek verschillen de cijfers voor de periode 2020 – 2023. Maar voor de gehele Achterhoek is alleen het aantal kippen geslonken met 5,5%. Rundvee en varkens zijn beide met 7,9% gestegen in aantal, geiten met 3,4% (zie tabel).

Alsof je een ‘augiasstal’ moet uitmesten

Deze toename van de veestapel klopt met onze indrukken uit de praktijk van toekennen van nieuwe (natuur)vergunningen door Provincie en gemeenten. Regelmatig worden met onzorgvuldige beoordelingen, procedurele trucs en creatieve redeneringen nieuwe vergunningen toegekend voor stalveranderingen met uitbreiding van de veestapel.

Daarom blijven wij ons verzetten tegen iedere vorm van uitbreiding van deze sector. Maar ook tegen andere activiteiten die de schaalgrootte van de intensieve veehouderij ondersteunen. Het bestrijden van mestverwerking op industriële schaal is daar een goed voorbeeld van. Tot op heden is het ons gelukt uitbreiding van grootschalige mestvergisters uit de Achterhoek te weren, maar dat is helaas geen garantie voor de toekomst.

Ook al weten we dat de agrosector beschikt over een sterke lobby met vertakkingen in alle overheidslagen en dat daarom agro-vergunnings-aanvragen nog altijd welwillend en weinig kritisch worden beoordeeld. Wij zien vaak tekortkomingen in dit soort vergunningsverlening en wij zien het als onze primaire taak daar melding van te maken en die zo nodig aan te vechten.

Natuurlijk kijken we ook naar industriële ontwikkelingen die een bedreiging vormen voor de leefbaarheid, zoals ondoordachte uitbreidingsplannen van industrieterreinen.

Ons standpunt is dat bij ieder plan dat het buitengebied raakt de leefbaarheid van het buitengebied ten alle tijden leidend moet zijn en dat begint bij een gezonde natuur.

Schaapskude bij Winterswijk Kotten
Scroll naar boven